Zoals bij de inductiemachine heeft men ook hier te doen met een draaiveld. De rotor wordt gevoed met gelijkstroom. De spanningsvergelijkingen kunnen uit deze van de inductiemotor afgeleid worden. De stator heeft een driefasige wikkeling die aan een net ligt met constante spanning U1 en constante frequentie f1. Veronderstel een sleepringrotor. Tussen twee sleepringen wordt een gelijkstroombron aangesloten die een stroom Ib levert. De rotorfrequentie f2 is nul.
|
Data
|
Size |
676.85 KB |
Download Language |
Dutch |
Author |
R. Belmans |
Download |
|